Fietsen door verhalen van de Groote Oorlog: dag 1

militaire begraafplaarts WO1

Naar het front

Vanuit het station van Komen fietsen we via een aanlooproute van een kleine 10 kilometertot in Mesen, waar we de Frontroute aanvatten en waar in 1917 de Battle of Messines plaatsvond. In de verte zien we al de ronde toren van het Iers Vredespark aan de horizon opduiken. Deze ronde toren is een typisch Iers symbool en herdenkt alle Ierse soldaten die sneuvelden tijdens WO I. Jongeren uit Ierland bouwden mee aan de toren, als teken van vrede en verzoening. Het Vredespark biedt een prachtig zicht op het omliggende heuvelachtige landschap en verwijst ook naar de Mijnenslag van 1917. Toen streden katholieke en protestantse Ierse soldaten zij aan zij. 

Op het marktplein van Mesen herinnert een mooie sculptuur aan kerstavond 1914. De kanonnen zwegen en aan beide kanten van de frontlinie klauterden, volgens de overlevering, Duitse en geallieerde soldaten behoedzaam uit de loopgraven. Op niemandsland wensten ze elkaar een zalige Kerst en her en der werd er een partijtje voetbal gespeeld. 

Geromantiseerde beeld van de gebeurtenis in 1914
Start Frontroute 14-18

Ieper

Vanuit Mesen maken we een duik naar beneden door het glooiende landschap van Heuvelland richting van Ieper. Her en der ligt er te midden van de velden een klein kerkhof of een groene poel gevormd in een bomkrater. Een lange rij van herdenkingsbomen vergezelt ons tijdens heel deze trip. De bomen met rood geaccentueerd markeren de Duitse linie, de blauwe de linie van de geallieerden. De twee frontlinies liggen bij momenten maar enkele meters van elkaar.

Na een tijdje rijden we Ieper binnen, een stad doordrenkt van bloed en strijd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Rond de stad werden maar liefst vier grote veldslagen uitgevochten. In de schaduw van de Lakenhallen eten we een croque terwijl de lokale markt er op zijn einde loopt. Frans, Duits en Engels klinken overal als echo’s van verloren kameraden. Het is er gezellig druk, een mix van toeristen en Ieperlingen kuieren er over het marktplein. Maar dat had ook anders kunnen lopen.

In de nasleep van de Eerste Wereldoorlog werd Ieper voor de Britten heilige grond. De ruïnes, als stille getuigen van het verwoestende conflict, werden gekoesterd als een modern Pompeï. De Britse autoriteiten wilden dat deze overblijfselen bewaard bleven, als een monument voor de gevallenen en een waarschuwing voor de toekomst.

De Belgische regering was in eerste instantie ook welwillend ten opzichte van dit bijzondere voorstel. De burgers van Ieper hadden echter andere ideeën. Ze wilden niet vasthouden aan het verleden, maar juist bouwen aan een nieuwe toekomst. De stad moest, als een feniks uit de as, herrijzen uit haar puinhopen.

En zo geschiedde. Ieper werd heropgebouwd, haar straten en pleinen kregen nieuw leven. De Lakenhallen, ooit verwoest door bombardementen, werden gerestaureerd en dienen nu als belfort en museum. De Menenpoort, met zijn ontroerende rij namen van vermiste soldaten, is een permanente plek van herdenking en eerbetoon. 

Ieperboog

We rijden langs - de voor renovatie ingepakte - Menenpoort de stad uit. Elke avond klinkt hier nog steeds de Last Post onder de gewelfde boog. Het is een ritueel dat de herinnering aan de oorlog levendig houdt, een eerbetoon aan hen die hun leven gaven voor vrijheid en vrede.

Eens uit de omwalde stad zoeken we de Ieperboog op. Het was een uitstulping of saillant in het westfront rond de stad Ieper, een stuk geallieerd grondgebied, dat vooruitstak in het Duitse bezette gebied. De herdenkings- en begraafplaatsen volgen elkaar in sneltempo op. De streek, doordrenkt van geschiedenis en verhalen, ligt bezaaid met UNESCO wereld erfgoed en onthult haar schatten als een oude bibliotheek die haar boeken één voor één opent. Alles beschrijven zou ons te ver brengen. 

Een monument dat we zeer mooi vonden en even bij stil willen staan is dat van Brothers in Arms. Een fabelachtig gedenkteken voor alle familieleden die zij aan zij vochten in de Grote Oorlog. John trok samen met zijn broer Jim naar het front. Bij de slag om ‘Polygon Wood’ op 26 september 1917 werd John levensgevaarlijk gewond en stierf op 27 jarige leeftijd in de armen van zijn broer. In een blauwsteen die het monument flankeert staat de tekst van het lied ‘Brothers in Arms’, van Mark Knopfler, gebeiteld.

Verder stoppen we bij het monument van Koen van Mechelen in natuurreservaat de Palingbeek , aan strategisch observatiepunt Hill 60, drinken een biertje aan Hill 62, bezoeken het kerkhof in het Polygoon bos, stoppen aan het Passchendaele museum en fietsen uiteindelijk naar het Tyne Cot Cemetery. Met bijna 12.000 graven is dit de grootste Commonwealth-begraafplaats ter wereld, de stille getuige van de bloedige Slag bij Passendale. Tijdens dit Britse offensief van 1917 vielen hier in 100 dagen tijd bijna 600.000 slachtoffers voor een terreinwinst van amper acht kilometer.

We trappen verder naar Poelkapelle waar we onze intrek nemen in Het Oud Gemeentehuis, nu een modern hotel met toffe brasserie. Met een stevige maaltijd en mooie kamer kunnen we deze dag vol intense indrukken even laten bezinken